Van Gogh als heilige
Het is niet de kwaliteit van Van Goghs werk dat zijn populariteit in de hand werkt. Het is de mythe. Van Gogh is niet zomaar een beroemde schilder, zoals Cezanne of Rembrandt, hij is een heilige.
Ieder jaar staan er weer tienduizenden vakantiegangers van over de hele wereld in de rij voor het Van Gogh-museum. Toen ir.dr. V.W. van Gogh zo'n dertig jaar geleden de oprichting van het Van Goghmuseum bekend maakte, sprak hij de verwachting uit, dat het "een wereld-attractie" zou worden. Directeur De Wilde van het Stedelijk Museum, waar de Van Gogh-collectie tot dan toe was ondergebracht, sprak misprijzend van "een mausoleum". Beide kwalificaties zijn op hun plaats en het gaat er in dit essay om, begrijpelijk te maken waar de wereldwijde aantrekkings-kracht van Van Gogh vandaan komt.
Die aantrekkingskracht komt voor uit het feit dat Van Gogh mooie, tegenwoordig gemakkelijk aansprekende schilderijen heeft gemaakt: ze zijn kleurrijk en expressief. Ze zijn de getuigenis van wilde gemoedsbewegingen. Als zodanig zijn ze typerend voor een bepaalde fase in onze beschaving, waarin emoties niet langer worden onderdrukt. Ze worden toegelaten binnen bepaalde kaders. Een andere oorzaak van de aantrekkingskracht is feit dat het museum is gelegen in één van de mooiste steden ter wereld (wat mij betreft de mooiste). En dan is er nog een factor, die in de literatuur vaak wordt aangeduid met de legende, of de mythe, die Van Gogh zou zijn. Het is deze mythe, die van het museum maakt tot meer dan een wereld-attractie alleen en die het op ander niveau plaatst dan bijvoorbeeld Disney-world: het is een mausoleum, dat wil zeggen: een tempelgraf en voor velen daardoor een bedevaartsoord.
Wat de mythe van Van Gogh is hoef ik nauwelijks te vertellen. We kennen hem allemaal. Hij is neergelegd in een veelheid aan romansi, films, documentaires, docudrama's, toneelstukken en opera's. Meestal gaat het daarbij om variaties op hetzelfde bekende thema: De eenzame kunste-naar. Hij is in alles mislukt. In zijn onmogelijke, pijnlijke liefdes. In zijn pogingen de wereld te verbeteren door Jezus na te volgen. Hij is mislukt in zijn studie theologie en geridiculiseerd op de kunstacademie. Hij is er weggejaagd. Hij is als mislukkeling verworpen door zijn vader en eigenlijk ook door zijn land. Hij heeft zijn toevlucht moeten zoeken bij zijn broer in het buitenland. Ondanks dat werkt hij koortsachtig verder aan waarin alleen hij (en ook zijn broer) gelooft: zijn kunst. Niet begrepen en zelfs veracht en tegengewerkt door de maatschappij om hem heen, worstelt hij met wat hij ziet als zijn missie. Hij vecht voor zijn kunst.
Ieder jaar staan er weer tienduizenden vakantiegangers van over de hele wereld in de rij voor het Van Gogh-museum. Toen ir.dr. V.W. van Gogh zo'n dertig jaar geleden de oprichting van het Van Goghmuseum bekend maakte, sprak hij de verwachting uit, dat het "een wereld-attractie" zou worden. Directeur De Wilde van het Stedelijk Museum, waar de Van Gogh-collectie tot dan toe was ondergebracht, sprak misprijzend van "een mausoleum". Beide kwalificaties zijn op hun plaats en het gaat er in dit essay om, begrijpelijk te maken waar de wereldwijde aantrekkings-kracht van Van Gogh vandaan komt.
Die aantrekkingskracht komt voor uit het feit dat Van Gogh mooie, tegenwoordig gemakkelijk aansprekende schilderijen heeft gemaakt: ze zijn kleurrijk en expressief. Ze zijn de getuigenis van wilde gemoedsbewegingen. Als zodanig zijn ze typerend voor een bepaalde fase in onze beschaving, waarin emoties niet langer worden onderdrukt. Ze worden toegelaten binnen bepaalde kaders. Een andere oorzaak van de aantrekkingskracht is feit dat het museum is gelegen in één van de mooiste steden ter wereld (wat mij betreft de mooiste). En dan is er nog een factor, die in de literatuur vaak wordt aangeduid met de legende, of de mythe, die Van Gogh zou zijn. Het is deze mythe, die van het museum maakt tot meer dan een wereld-attractie alleen en die het op ander niveau plaatst dan bijvoorbeeld Disney-world: het is een mausoleum, dat wil zeggen: een tempelgraf en voor velen daardoor een bedevaartsoord.
Wat de mythe van Van Gogh is hoef ik nauwelijks te vertellen. We kennen hem allemaal. Hij is neergelegd in een veelheid aan romansi, films, documentaires, docudrama's, toneelstukken en opera's. Meestal gaat het daarbij om variaties op hetzelfde bekende thema: De eenzame kunste-naar. Hij is in alles mislukt. In zijn onmogelijke, pijnlijke liefdes. In zijn pogingen de wereld te verbeteren door Jezus na te volgen. Hij is mislukt in zijn studie theologie en geridiculiseerd op de kunstacademie. Hij is er weggejaagd. Hij is als mislukkeling verworpen door zijn vader en eigenlijk ook door zijn land. Hij heeft zijn toevlucht moeten zoeken bij zijn broer in het buitenland. Ondanks dat werkt hij koortsachtig verder aan waarin alleen hij (en ook zijn broer) gelooft: zijn kunst. Niet begrepen en zelfs veracht en tegengewerkt door de maatschappij om hem heen, worstelt hij met wat hij ziet als zijn missie. Hij vecht voor zijn kunst.