9. Mozes/Moesa
Image Princess Asiya vindt baby Mozes.
Mozes/Moesa is in Bijbel en Koran een belangrijke figuur. Hij is bevrijder van zijn volk, strijder tegen afgoderij en ontvanger van Gods wet.
Uit Koran en Bijbel in Verhalen, Unieboek. Download teksten uit NBjbel en Koran hieronder
De verhalen in de Bijbel en de Koran lopen dan ook parallel vanaf het mandje waarin het kind in de Nijl dobberde, via de uittocht uit Egypte, tot de belofte van het land van melk en honing.
In beide boeken wordt de strijd beschreven die Mozes/Moesa voert tegen de tirannieke heerser van Egypte om zijn volk uit diens onderdrukking te bevrijden. Daartoe stuurt God/Allah plagen neer over Egypte, waarvan de laatste zeer gruwelijk is. Op een nacht worden alle eerstgeborenen, van mensen en dieren, gedood. Alleen de eerstgeborenen van de Israëlieten worden op wonderbaarlijke wijze overgeslagen.
In de Joodse traditie wordt de uittocht uit Egypte, die ook in de Koran beschreven wordt, jaarlijks gevierd in het Pesachfeest (afgeleid van Pasach=sloeg over), en 50 dagen daarna in het Pentekostfeest.
Het Koranverhaal beschrijft de menselijke emoties van de Egyptische vorstin en van de moeder van Moesa. Interessant is het hogere abstractieniveau van het Koranverhaal. Het gaat niet om onderdrukking van een bepaald volk door de farao zoals in de Bijbel, maar om het tirannieke beleid van Fir'aun als zodanig. Mozes spreekt in naam van de God van Israël, een God die de farao niet kent. Moesa pleit namens Allah, die ook Heer is van Fir'aun. Mozes doodt een Egyptenaar. Moesa doodt een mens.
In het Koranverhaal valt opnieuw de nadruk op berouw en vergeving. Moesa krijgt berouw nadat hij een mens heeft gedood. Ook krijgt zijn volk berouw over de escapade met het gouden kalf. In de Bijbel vraagt Mozes aan God om vergeving voor zijn volk. Ten slotte krijgt, in de Koran, ook de Fir'aun berouw op het moment dat hij inziet dat hij gaat sterven. Maar dan is het te laat, zijn berouw wordt niet meer aanvaard. Het lichaam van Fir'aun is door Allah bewaard als waarschuwing voor het nageslacht.
Van de tien geboden zijn slechts drie hieronder opgenomen, die vrijwel parallel aan elkaar lopen. Uiteraard bevatten beide boeken nog tal van andere elkaar deels overlappende ge- en verboden.
Na veertig moeizame jaren trekt men het land van melk en honing binnen, beelden die terugkeren in de beschrijving van de paradijstuin in de Koran (zie hoofdstuk18); met de praktische toevoeging dat, in het hiernamaals, de melk nooit zuur wordt.
Voor het verhaal van Mozes is geput uit het tweede Bijbelboek, Exodus, genoemd naar de uittocht uit Egypte. Voor het verhaal van Moesa is geput uit verschillende soera's.
Zie hier teksten Bijbel en Koran
Mozes/Moesa is in Bijbel en Koran een belangrijke figuur. Hij is bevrijder van zijn volk, strijder tegen afgoderij en ontvanger van Gods wet.
Uit Koran en Bijbel in Verhalen, Unieboek. Download teksten uit NBjbel en Koran hieronder
De verhalen in de Bijbel en de Koran lopen dan ook parallel vanaf het mandje waarin het kind in de Nijl dobberde, via de uittocht uit Egypte, tot de belofte van het land van melk en honing.
In beide boeken wordt de strijd beschreven die Mozes/Moesa voert tegen de tirannieke heerser van Egypte om zijn volk uit diens onderdrukking te bevrijden. Daartoe stuurt God/Allah plagen neer over Egypte, waarvan de laatste zeer gruwelijk is. Op een nacht worden alle eerstgeborenen, van mensen en dieren, gedood. Alleen de eerstgeborenen van de Israëlieten worden op wonderbaarlijke wijze overgeslagen.
In de Joodse traditie wordt de uittocht uit Egypte, die ook in de Koran beschreven wordt, jaarlijks gevierd in het Pesachfeest (afgeleid van Pasach=sloeg over), en 50 dagen daarna in het Pentekostfeest.
Het Koranverhaal beschrijft de menselijke emoties van de Egyptische vorstin en van de moeder van Moesa. Interessant is het hogere abstractieniveau van het Koranverhaal. Het gaat niet om onderdrukking van een bepaald volk door de farao zoals in de Bijbel, maar om het tirannieke beleid van Fir'aun als zodanig. Mozes spreekt in naam van de God van Israël, een God die de farao niet kent. Moesa pleit namens Allah, die ook Heer is van Fir'aun. Mozes doodt een Egyptenaar. Moesa doodt een mens.
In het Koranverhaal valt opnieuw de nadruk op berouw en vergeving. Moesa krijgt berouw nadat hij een mens heeft gedood. Ook krijgt zijn volk berouw over de escapade met het gouden kalf. In de Bijbel vraagt Mozes aan God om vergeving voor zijn volk. Ten slotte krijgt, in de Koran, ook de Fir'aun berouw op het moment dat hij inziet dat hij gaat sterven. Maar dan is het te laat, zijn berouw wordt niet meer aanvaard. Het lichaam van Fir'aun is door Allah bewaard als waarschuwing voor het nageslacht.
Van de tien geboden zijn slechts drie hieronder opgenomen, die vrijwel parallel aan elkaar lopen. Uiteraard bevatten beide boeken nog tal van andere elkaar deels overlappende ge- en verboden.
Na veertig moeizame jaren trekt men het land van melk en honing binnen, beelden die terugkeren in de beschrijving van de paradijstuin in de Koran (zie hoofdstuk18); met de praktische toevoeging dat, in het hiernamaals, de melk nooit zuur wordt.
Voor het verhaal van Mozes is geput uit het tweede Bijbelboek, Exodus, genoemd naar de uittocht uit Egypte. Voor het verhaal van Moesa is geput uit verschillende soera's.
Zie hier teksten Bijbel en Koran