7. Lot Loet
Afbeelding: Lot vlucht uit Sodom, omdat Ijn vrouw toch achterom kijkt verandert zij in een zoutpilaar.
Voor de teksten van Koran en Bijbel zie hieronder downloaden
De engelen hadden voor Abraham behalve goed ook slecht nieuws. Ze kwamen hem waarschuwen voor de dreigende verwoesting van Sodom, een stad die berucht was vanwege tal van misdaden. Abraham begrijpt niet hoe God ook de onschuldigen kan laten lijden onder de straf voor de schuldigen. Hij gaat met God in debat en krijgt ten slotte de toezegging dat de stad gered zal worden als er tien rechtvaardigen te vinden zijn.
Als vervolg hierop wordt het verhaal verteld van de neef van Abraham/Ibrahiem Lot/Loet die als rechtschapen man (in de Koran ook een profeet/boodschapper) in de verderfelijke stad Sodom woont. Net als andere profeten probeert Loet zijn volk te waarschuwen tegen de bestraffingen van Allah voor een goddeloze levenswijze. De mensen van Sodom willen niet luisteren en dreigen hem en zijn volgelingen uit de stad te verdrijven.
Dan wordt Loet/Lot door dezelfde engelen bezocht die voorheen bij Ibrahim/Abraham waren. Ook hij geeft ze een gastvrij onthaal. Dan komt een woeste menigte aan zijn deur en dringt erop aan dat hij zijn mannelijke gasten aan hen uitlevert voor seksueel plezier. Lot/Loet weigert dat en biedt zijn twee dochters aan de massa aan. Lot is bang voor de menigte, maar de engelen stellen hem gerust, de menigte zal niet zegevieren.
Dit incident kan verschillend geduid worden. Het gaat over het belangrijke gebod van gastvrijheid; gasten gaan boven alles, zeker als het engelen zijn. Het wordt ook wel gezien als een verwerping van (groeps)verkrachting, van welke seksuele geaardheid dan ook.
Dit verhaal van Lot en de wellustige menigte kan, en is ook, in christelijke en Islamitische kring geïnterpreteerd als een afwijzing van homoseksuele relaties. In de Bijbel wordt deze interpretatie ondersteund door een uitdrukkelijk verbod op homofilie in Leviticus 20:13 en een afwijzing ervan door Paulus in zijn commentaar op de Grieken en Romeinen die door 'geperverteerde' homoseksuele begeerten worden gestraft omdat zij veel goden aanbidden. In hoeverre God zelve hier aan het woord is, dan wel personen vanuit een bepaalde historische context spreken, is een onbeslist discussiepunt.
Het verhaal van Loet dat, zoals gebruikelijk in de Koran, een paar keer wordt herhaald, is de enige context in de Koran waarin homofilie ter sprake komt. Zo omschrijft Loet bijvoorbeeld in 7:80-81 mannen wier begeerte uitgaat naar de man in plaats van de vrouw, als 'overmatige mensen'. Behalve dergelijke uitspraken van de profeet Loet is er in de Koran geen - door Allah uitgesproken - verbod op homofilie te vinden, terwijl Allah zich over allerlei andere aspecten van seksuele verhoudingen wel uitlaat. Echter, volgens de traditie, zou homofilie indruisen tegen de natuurlijke bestemming van de mens, aan wie Allah echtgenoten heeft gegeven. (zie hoofdstuk 2)
Opmerkelijk is dat Loet, althans volgens de weergave van Leemhuis, door de menigte terechtgewezen wordt omdat hij zijn dochters aan de menigte wil aanbieden, als zijnde reiner voor hen dan zijn mannelijke gasten.
Zij zeiden: 'Jij weet wel dat wij op jouw dochters geen recht hebben en jij weet best wat wij wensen.' 11:79
In de vertaling van Yusuf Ali slaat de opmerking van de menigte op henzelf terug:
They said: 'You know well we have no need for your daughters: indeed you know quite well what we want!' 11:79
De term 'dochters' wordt in Islamitische kring veelal allegorisch geïnterpreteerd.
Het aanbieden van dochters in het Arabisch betekend altijd 'in huwelijk'. Loet zou de woeste mannen aanraden terug te keren tot de 'dochters van het volk', dat wil zeggen hun eigen echtgenotes, en af te zien van seks met mannen. Maar de menigte blijft aandringen op seks met de mannelijke gasten van Loet.
Vervolgens wordt de stad vernietigd vanwege het ongeloof en de wandaden van de inwoners. Gewaarschuwd door de engelen weet Lot/Loet te ontvluchten. Maar zijn vrouw aarzelt. Zij kijkt om en verandert in een zoutpilaar, zo is in Genesis te lezen. In de Koran blijft de vrouw van Loet achter in de stad die verwoest wordt. Daar wordt een vergelijking gemaakt tussen de vrouwen van Noach en Lot, beiden echtgenoten van profeten. Maar uiteindelijk baat hun dat niet. Het gaat tenslotte niet om afkomst of verwantschap maar om individuele keuzes.
Uit Koran en Bijbel in Verhalen Unieboek
click hier voor teksten
Voor de teksten van Koran en Bijbel zie hieronder downloaden
De engelen hadden voor Abraham behalve goed ook slecht nieuws. Ze kwamen hem waarschuwen voor de dreigende verwoesting van Sodom, een stad die berucht was vanwege tal van misdaden. Abraham begrijpt niet hoe God ook de onschuldigen kan laten lijden onder de straf voor de schuldigen. Hij gaat met God in debat en krijgt ten slotte de toezegging dat de stad gered zal worden als er tien rechtvaardigen te vinden zijn.
Als vervolg hierop wordt het verhaal verteld van de neef van Abraham/Ibrahiem Lot/Loet die als rechtschapen man (in de Koran ook een profeet/boodschapper) in de verderfelijke stad Sodom woont. Net als andere profeten probeert Loet zijn volk te waarschuwen tegen de bestraffingen van Allah voor een goddeloze levenswijze. De mensen van Sodom willen niet luisteren en dreigen hem en zijn volgelingen uit de stad te verdrijven.
Dan wordt Loet/Lot door dezelfde engelen bezocht die voorheen bij Ibrahim/Abraham waren. Ook hij geeft ze een gastvrij onthaal. Dan komt een woeste menigte aan zijn deur en dringt erop aan dat hij zijn mannelijke gasten aan hen uitlevert voor seksueel plezier. Lot/Loet weigert dat en biedt zijn twee dochters aan de massa aan. Lot is bang voor de menigte, maar de engelen stellen hem gerust, de menigte zal niet zegevieren.
Dit incident kan verschillend geduid worden. Het gaat over het belangrijke gebod van gastvrijheid; gasten gaan boven alles, zeker als het engelen zijn. Het wordt ook wel gezien als een verwerping van (groeps)verkrachting, van welke seksuele geaardheid dan ook.
Dit verhaal van Lot en de wellustige menigte kan, en is ook, in christelijke en Islamitische kring geïnterpreteerd als een afwijzing van homoseksuele relaties. In de Bijbel wordt deze interpretatie ondersteund door een uitdrukkelijk verbod op homofilie in Leviticus 20:13 en een afwijzing ervan door Paulus in zijn commentaar op de Grieken en Romeinen die door 'geperverteerde' homoseksuele begeerten worden gestraft omdat zij veel goden aanbidden. In hoeverre God zelve hier aan het woord is, dan wel personen vanuit een bepaalde historische context spreken, is een onbeslist discussiepunt.
Het verhaal van Loet dat, zoals gebruikelijk in de Koran, een paar keer wordt herhaald, is de enige context in de Koran waarin homofilie ter sprake komt. Zo omschrijft Loet bijvoorbeeld in 7:80-81 mannen wier begeerte uitgaat naar de man in plaats van de vrouw, als 'overmatige mensen'. Behalve dergelijke uitspraken van de profeet Loet is er in de Koran geen - door Allah uitgesproken - verbod op homofilie te vinden, terwijl Allah zich over allerlei andere aspecten van seksuele verhoudingen wel uitlaat. Echter, volgens de traditie, zou homofilie indruisen tegen de natuurlijke bestemming van de mens, aan wie Allah echtgenoten heeft gegeven. (zie hoofdstuk 2)
Opmerkelijk is dat Loet, althans volgens de weergave van Leemhuis, door de menigte terechtgewezen wordt omdat hij zijn dochters aan de menigte wil aanbieden, als zijnde reiner voor hen dan zijn mannelijke gasten.
Zij zeiden: 'Jij weet wel dat wij op jouw dochters geen recht hebben en jij weet best wat wij wensen.' 11:79
In de vertaling van Yusuf Ali slaat de opmerking van de menigte op henzelf terug:
They said: 'You know well we have no need for your daughters: indeed you know quite well what we want!' 11:79
De term 'dochters' wordt in Islamitische kring veelal allegorisch geïnterpreteerd.
Het aanbieden van dochters in het Arabisch betekend altijd 'in huwelijk'. Loet zou de woeste mannen aanraden terug te keren tot de 'dochters van het volk', dat wil zeggen hun eigen echtgenotes, en af te zien van seks met mannen. Maar de menigte blijft aandringen op seks met de mannelijke gasten van Loet.
Vervolgens wordt de stad vernietigd vanwege het ongeloof en de wandaden van de inwoners. Gewaarschuwd door de engelen weet Lot/Loet te ontvluchten. Maar zijn vrouw aarzelt. Zij kijkt om en verandert in een zoutpilaar, zo is in Genesis te lezen. In de Koran blijft de vrouw van Loet achter in de stad die verwoest wordt. Daar wordt een vergelijking gemaakt tussen de vrouwen van Noach en Lot, beiden echtgenoten van profeten. Maar uiteindelijk baat hun dat niet. Het gaat tenslotte niet om afkomst of verwantschap maar om individuele keuzes.
Uit Koran en Bijbel in Verhalen Unieboek
click hier voor teksten