17. Paradijs tuinen en hemelse stad

Uit KORAN EN BIJBEL IN VERHALEN Unieboek marliesterborg@gmail.com
Bijbel en Koran teksten beneden downloaden.


In Koran en Bijbel wordt de oprecht gelovigen een beloning in het vooruitzicht gesteld, die na de wederopstanding uit de aardse dood intreedt. De verbeelding van het hemelse hiernamaals verschilt.
In de Bijbel wordt gesproken van het Koninkrijk van de hemel. Het meest uitgekristalliseerd is het ook in het Oude Testament voorkomende beeld van het nieuwe Jeruzalem, in de Openbaring een prachtige stad met twaalf poorten van parel.
Het paradijs komt in de Bijbel slechts drie keer voor. In 2 Korinthiers 12:2 wordt het gekoppeld aan de derde hemel, een sfeer die sommigen ook al tijdens dit leven even mogen binnentreden. In het evangelie betreft het een sfeer die men kan bereiken na de dood. In de openbaring wordt het paradijs genoemd, met reminiscenties aan de verloren tuin uit Genesis. (zie hoofdstuk 3)

De hemel speelt ook in de Koran een rol, zij het dat deze in zeven hemelen is uitgevouwen (zie hoofdstuk 1), die volgens de overlevering samenhangen met de verschillende deugden die mensen naar de hemel voeren. Het gaat daarbij om deugden als barmhartigheid en vergevingsgezindheid. Zij die de marteldood zijn gestorven krijgen een speciale behandeling.
Het belangrijkste beeld in de Koran is dat van de paradijstuinen, of Djanna. Ze worden in verband gebracht met het hof van Eden of 'Adn. Talloze keren wordt van die tuin(en) gerept, meestal in combinatie met het andere alternatief, de vurige hel.
Het woord paradijs is afkomstig van het Perzisch en betekent oorspronkelijk 'ommuurde tuin', hof; in de Koran is het Arabisch equivalent, de Djanna, voorzien van talloze poorten, voor de vele deugden die erheen leiden. De paradijstuinen in de Koran zijn groen, waterrijk en vol genoegens waarvan men op aarde een voorproefje kan krijgen. Er zijn schaduwgevende bomen, dorstlessende rivieren, vruchten, een wijnachtige drank waardoor men niet beneveld raakt, mooie kleren, sofa's en schone maagden én parelachtige jongelingen die bedienen. De rivieren van melk en honing doen denken aan het Bijbelse beloofde land. (zie hoofdstuk 9) Ook de menselijke verhoudingen in het paradijs zijn goed. Negatieve gevoelens zoals wrok zijn afwezig. Er wordt geen onzin gekletst, men zit gezellig tegenover elkaar en wenst elkaar vrede toe.
Net als op aarde zijn er in het paradijs paren, mensen verkeren er met echtgenoten maar hier zullen man en vrouw eeuwig jong blijven. Volgens de overlevering hebben mensen in de paradijstuinen eeuwig de leeftijd van 'Isa toen hij door Allah omhoog gebracht werd, de schoonheid van Dawoed en de lengte van Adam. Het paradijs is beloofd aan mannen én vrouwen die Allah oprecht vrezen.
In het Bijbelse beeld van het hiernamaals ontbreekt het sekseverschil. Mensen verblijven er als stralende engelen, van aardse lusten en onlusten bevrijd. Woorden als bruid en bruidegom krijgen een meer spirituele invulling.

De fonkelende stad en de groene tuinen zijn bestemd voor gelovigen. Dat betreft niet alleen het formele geloof, maar ook het gedrag. Verschillende deugden worden met name met een paradijselijke beloning in verband gebracht. Er is uit de vele relevante deugden een greep gedaan.
In de Koran staat de Zakaat centraal, de innerlijke bereidheid te geven aan de behoeftigen. Ook de rechtvaardige strijd van hen die uit hun woonplaats verdreven zijn wordt beloond. In de Bergrede noemt Jezus een aantal deugden die met de gelukzaligheid beloond zullen worden. In zowel het Oude als Nieuwe Testament is het gebod tot naastenliefde te vinden, in de woorden van Jezus ook de aansporing de vijand lief te hebben.
In de Koran staan de verdienstelijke mannen en vrouwen bij het laatste oordeel aan de rechterkant en dragen hun levensboek in hun rechterhand. Zij mogen na de Laatste Dag (zie hoofdstuk 16) de tuinen betreden als een eeuwige verblijfplaats.
Ook Jezus plaatst, in het evangelie volgens Matteüs, de oprecht gelovigen, de 'schapen', aan de rechterkant. Het zijn vaak mensen aan de onderkant van de samenleving: hoeren, misdadigers en Samaritanen, die hij het hemels paradijs belooft.

Vrijwel niemand is echter zonder fouten. Wie tijdens zijn leven misstappen begaat kan altijd oprecht vergeving vragen en zijn leven veranderen. In beide boeken verschaft dat alsnog toegang tot de Paradijstuinen c.q. het Nieuwe Jeruzalem. Daar is men stralend van blijdschap, in de nabijheid van Allah/God.