10. David/Dawoed en Salomo/Soelaimaan

Deze koningen van Israël spelen in beide boeken een voorname rol. David/Dawoed is beroemd omdat hij al als jongen vrijwel onbewapend de 'reus' Goliath/Djaloet versloeg. Hij gebruikte daarbij een simpele slinger en steen. Later hielp Allah hem met het vervaardigen van ijzeren pantserhemden. Maar hij was niet alleen een oorlogsheld, maar ook koning en musicus.
De herdersjongen Dawoed/David volgde de koning Taloet/Saul na diens dood op en werd koning.
David wordt in de Bijbel genoemd als bron van tal van liederen of psalmen. Daarin prijst hij de Heer, maar geeft ook uitdrukking aan diepe wanhoop. De Koran noemt ook de psalmen of zaboer die Allah aan Dawoed schonk. Het Arabische woord zaboer betekent geschreven tekst op hout of steen. In het Arabisch wordt ook gesproken van de Mazamiroe Dawoed. Het Arabisch zamir(oen) is het equivalent van het Hebreeuwse zimra, dat zang, muziek of liederen betekent. In de Koran wordt David geprezen vanwege zijn schuldbesef. Berouw siert een koning. Maar in de Koran wordt vooral ook de juichende kant van Dawoed benadrukt. In beide boeken juichen de bergen en vogels met de zanger mee.
Soelaimaan erfde van zijn vader Dawoed niet alleen het koningschap maar ook zijn wijsheid. Ook hij was een koning gesierd met een besef van schuld, een bereidheid berouw te tonen voor zijn misstappen. Allah schonk aan Soelaimaan bijzondere vermogens. Hij begreep de taal van de dieren. Soera 27 is genoemd naar een verhaal over mieren, die elkaar waarschuwen zodat ze niet door de troepen van Soelaimaan vertrapt worden. De vorst had ook macht over de natuurkrachten, en over satans en djinns (geesten van het kwaad), die hij wist in te zetten voor grootse doelen, zoals het aanleggen van prachtige tuinen. Salomo staat in de Bijbel eveneens bekend vanwege zijn bouwkundige prestaties, die in de tempel van Jeruzalem hun hoogtepunt vonden.

Het is niet goed mogelijk hier op alle gedetailleerde verhalen in te gaan, die over deze twee vorsten in Koran en Bijbel beschreven staan. De ontmoeting met de koningin van Saba/Seba is echter te mooi om over te slaan. Zij brengt van ver een bezoek aan de Israëlische vorst, nieuwsgierig geworden door alle geruchten over zijn wijsheid en de pracht en praal van zijn hof. In de Bijbel vertrekt de koningin, zeer onder de indruk van wat zij gezien heeft, overladen met koninklijke geschenken. De koningin van Saba wordt ten slotte bekeerd tot het geloof van Soelaimaan, het geloof in Allah, de enige God.
In de Bijbel is dit verhaal te vinden in 1 Koningen. In de Koran staat het verhaal van de koningin in soera 27 en in soera 34 die naar haar stad Saba genoemd is.
Uit Koran en Bijbel in Verhalen Unieboek marliesterborg@gmail.com
Zie hier download voor teksten Bijbel en Koran