1. De Schepping in Bijbel en Koran
In het begin was er alleen God/Allah, zwevend of tronend boven het water. De hemelen, de aarde en alles daartussen werden geschapen, eenvoudig door een woord van Allah/God.
God schiep eerst het licht. Hij schiep (later) ook de zon en de maan en daarmee de tijd. Toen werden hemel, aarde en zeeën gescheiden. In de Koran wordt de hemel in zeven lagen geschapen. De aarde werd met planten bedekt. Lucht, water en de aarde liet Hij wemelen van vogels, vissen en landdieren. In de Koran wordt gemeld dat alles uit water is gevormd, en dat de hemel uitgevouwen werd tot zeven hemelen.
In de Bijbel wordt de mens geschapen naar Gods evenbeeld. De Koran wijst deze gelijkenis tussen God en mens uitdrukkelijk van de hand. (Voor de schepping van de mens, man en vrouw zie hoofdstuk 2.)
In de Koran worden de zorgvuldigheid en vrijgevigheid benadrukt waarmee de Schepper te werk ging. Alle schepselen in hun onderlinge ordening vormen 'tekenen voor mensen die geloven' (16:79) dat zij Allah kunnen vertrouwen, als 'de machtige, de vergevende.' (39:5)
In Genesis staat dat God zag dat wat Hij geschapen had goed was.
De schepping vond plaats in zes dagen (perioden), in de Goddelijke tijd. Voor zover er van dagen sprake is, kan het niet gaan om alledaagse dagen, immers op dag één bestond de door de zon gemarkeerde tijd nog niet.
Wat gebeurde er na deze wonderbaarlijke zes 'Dagen'? In de Bijbel is er sprake van een zevende dag: Gods rustdag. In de Koran bestijgt Allah na deze eerste schepping zijn troon, want Hij kent geen vermoeidheid.
In het Bijbelboek Genesis wordt benadrukt dat de schepping na zes dagen voltooid is, volmaakt. Volgens de Koran schept Allah, ook na die zes wonderbaarlijke dagen, telkens opnieuw. In tweede instantie in elke nieuwe lente, bij elke nieuwe geboorte. Ten slotte doet hij, bij een derde schepping, mensen na de dood opstaan. (zie hoofdstuk 16)
In de Bijbel staat de schepping aan het begin, in het boek Genesis. In de Koran vindt men in verschillende Soera's (hoofdstukken) verwijzingen naar het continue scheppingsproces.
ZIE HIER DE TEKSTEN NAAST ELKAAR
God schiep eerst het licht. Hij schiep (later) ook de zon en de maan en daarmee de tijd. Toen werden hemel, aarde en zeeën gescheiden. In de Koran wordt de hemel in zeven lagen geschapen. De aarde werd met planten bedekt. Lucht, water en de aarde liet Hij wemelen van vogels, vissen en landdieren. In de Koran wordt gemeld dat alles uit water is gevormd, en dat de hemel uitgevouwen werd tot zeven hemelen.
In de Bijbel wordt de mens geschapen naar Gods evenbeeld. De Koran wijst deze gelijkenis tussen God en mens uitdrukkelijk van de hand. (Voor de schepping van de mens, man en vrouw zie hoofdstuk 2.)
In de Koran worden de zorgvuldigheid en vrijgevigheid benadrukt waarmee de Schepper te werk ging. Alle schepselen in hun onderlinge ordening vormen 'tekenen voor mensen die geloven' (16:79) dat zij Allah kunnen vertrouwen, als 'de machtige, de vergevende.' (39:5)
In Genesis staat dat God zag dat wat Hij geschapen had goed was.
De schepping vond plaats in zes dagen (perioden), in de Goddelijke tijd. Voor zover er van dagen sprake is, kan het niet gaan om alledaagse dagen, immers op dag één bestond de door de zon gemarkeerde tijd nog niet.
Wat gebeurde er na deze wonderbaarlijke zes 'Dagen'? In de Bijbel is er sprake van een zevende dag: Gods rustdag. In de Koran bestijgt Allah na deze eerste schepping zijn troon, want Hij kent geen vermoeidheid.
In het Bijbelboek Genesis wordt benadrukt dat de schepping na zes dagen voltooid is, volmaakt. Volgens de Koran schept Allah, ook na die zes wonderbaarlijke dagen, telkens opnieuw. In tweede instantie in elke nieuwe lente, bij elke nieuwe geboorte. Ten slotte doet hij, bij een derde schepping, mensen na de dood opstaan. (zie hoofdstuk 16)
In de Bijbel staat de schepping aan het begin, in het boek Genesis. In de Koran vindt men in verschillende Soera's (hoofdstukken) verwijzingen naar het continue scheppingsproces.
ZIE HIER DE TEKSTEN NAAST ELKAAR